Bpm; immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn; coronapandemie niet zonder meer reden voor verlenging redelijke termijn van de totale duur voor het beroep in eerste aanleg en het hoger beroep; toerekening schadevergoeding aan de inspecteur en/of de Staat; uitleg en toepassing rechtsregel HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3562.
Maand: oktober 2022
Bpm; procesrecht; vergoeding van immateriële schade; coronapandemie niet zonder meer reden voor verlenging redelijke termijn.
Bpm compromis, kostenvergoeding deskundigenbijstand
BPM. Tussenuitspraak. Weigering gemachtigde wegens ongepast taalgebruik.
BPM. Geen van de door belanghebbende in hoger beroep aangevoerde formele grieven slaagt. Gegrond incidenteel hoger beroep van de inspecteur: het hof herstelt onjuist dictum in rechtbankuitspraak m.b.t. hoogte immateriëleschadevergoeding.
BPM; art. 8:75 Awb; onderdeel B1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht; waarde per punt in beroep en hoger beroep volgens onderdeel B1, lid 2 naar tarief jaar arrest Hoge Raad.
BPM; art. 8:75 Awb; onderdeel B1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht; waarde per punt in beroep en hoger beroep volgens onderdeel B1, lid 2 naar tarief jaar arrest Hoge Raad. Hof toetst terecht niet door Rechtbank toegekende proceskosten.
BPM; art. 8:75 Awb; onderdeel B1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht; waarde per punt in beroep en hoger beroep volgens onderdeel B1, lid 2 naar tarief jaar arrest Hoge Raad.
Bpm. Geen sprake van meer dan normale gebruiksschade aan de stoelhoes van de bestuurdersstoel.
BPM. Naheffingsaanslag niet te hoog vastgesteld en terecht door verweerder geen waardevermindering toegepast vanwege ontbrekende onderdelen tijdens hertaxatie door DRZ. Auto is goedgekeurd door RDW, vervolgens heeft een wijkagent vier dagen later geconstateerd dat er in de schuur van eiseres losse onderdelen van de auto lagen. Tijdens de taxatie door eiseres en de hertaxatie ontbraken deze loss…